Een krankzinnige “En Passant”

door | december 15, 2019

Al enkele weken zit de eerste ronde van het Jos Van Aert knock-out toernooi in mijn kop. Niet vanwege frustratie of euforie – ik speelde zelf niet mee – maar omdat het zo’n krankzinnige schaakavond was. Zeven van de 8 partijen uit de eerste ronde werden gespeeld, de een nog belevenswaardiger dan de ander. Redelijk gewoon, maar toch al flink plezant, waren de partijen tussen Maarten en Paul Jacobs en die van Pierre en Molleke. Maarten bleek het schaken nog niet verleerd, en trakteerde Paul op een wel heel snelle nul na een Gambiet in een siciliaan, en Molleke merkte – na lang goed stand gehouden te hebben – dat haar tegenstander Pierre erg goed in vorm is de laatste tijd.

Ondertussen was Guy bezig tegen zijn goede vriend Bob. Vlugge grootmeesterremises in de reguliere partij en in de rapid deden denken aan een JVA toernooi van jaren terug waarin Guy hetzelfde uithaalde tegen Sigri. Toen hoopte uw verslaggever dat Sigri de blitz zou winnen, maar dat was wat te lastig tegen Guy. Ook Bob had deze keer geen kans, maar het was toch interessant. Dit zijn toch grapjes die afgestraft hadden kunnen worden!

In de Wijnegemse Derby tussen Jan Rigaux en Theo waren de heren heel snel klaar. Het was de omstanders niet geheel duidelijk wat er precies aan de hand was omdat de stukken al snel weer in de beginopstelling stonden, maar het leek in eerste instantie op een salonremise.  Niets was minder waar – Theo bleek verloren te hebben, maar nog steeds was het niet exact duidelijk hoe. Uit een reconstructie aan de hand van rondslingerende notatiebladen bleek dat zwart in de stelling op deze foto net b7-b6 had gespeeld, waar na Jan een winnende zet had die hij niet over het hoofd zag.

Luc was ondertussen bezig aan een straffe aanvalspartij tegen Carlos – een tegenstander die normaal gesproken iets sterker zou moeten zijn, maar er deze avond niet aan te pas kwam. Een stunt was de Luc zeker gegund, en er waren dan ook veel “patzers” die de partij af en toe van dichtbij opvolgden. Dit was interessant, maar bleek wel een emotioneel zeer zware bezigheid. De stukken van Luc omsingelden de koning van Carlos en mat in enkele zetten leek regelmatig mogelijk. De neutrale toeschouwer mocht meedenken over mat in 2 of 3 of 4 of nog meer, en dacht die regelmatig te zien. Luc speelde steeds degelijk door, maar miste de matjes, waardoor de omstanders zich steeds weer konden verheugen op een nieuwe opgave een zet later. Luc loste de mat in zoveel dan weliswaar niet op, maar eindelijk bleek zijn zwarte overwicht in alle varianten te groot, direct winnend of niet, en moest Carlos zich gewonnen geven.

Arno en Brenn waren ook bezig aan een spannende partij. Brenn had wit en speelde met een paard meer tegen Arno’s zwarte leger dat daarvoor in ruil 2 vrijpionnen op de damevleugel had. Brenn speelt dit jaar voor het eerst in de club, maar liet in deze partij zien nog heel ver te kunnen geraken. Toen Arno na een schaak zijn koning op a5 zette werd de mat met twee paarden dan ook niet gemist. Alweer een verrassende uitslag op een mooie schaakavond, met een mat die we niet vaak voorbij zien komen.

Heel veel mooier of gekker lijkt het dan niet te kunnen worden, maar dat is dan buiten twee andere heren gerekend. Het absolute hoogtepunt van de schaakvond werd verzorgd door twee anciens, waarvan we eigenlijk uit respect voor beiden de namen niet zouden willen noemen.

Omdat de uitslagen inmiddels bekend zijn, en het merendeel van u aanwezig was op deze avond, zal ik me ertoe beperken om zwarte balkjes aan te brengen op de foto en de namen van de heren af te korten tot M en E (ook wel G voor intimi). E had deze avond een geweldige partij gespeeld. In een mooi middenspel had hij zijn tegenstander op vernuftige wijze een stuk ontfutseld en het lag dan ook in de lijn der verwachting dat E redelijk vlot zou winnen door opgave. Dat was echter buiten tegenstander M gerekend. M geeft bijna nooit op voordat hij mat staat, en ook in deze partij koos hij ervoor om rustig door te doen. Op de foto is de eindstand van de partij te zien. De zwarte koning staat op h5, omringd door bevriende pionnen op h4 en h6. Ook staat er een witte pion op g4 die schaak geeft, en een witte toren op g7 die de g-lijn afdekt en pion g4 verdedigt.

E is aan zet en kan zijn ogen niet geloven! Hij kijkt, en kijkt, en kijkt. Minuten lang. Mat! Dat hem dat nu moet overkomen na zo een briljante partij! Uw verslaggever kijkt naar E en neemt een foto. Zo een lange pauze na de laatste zet van wit had hij namelijk niet verwacht. Het zou zomaar eens kunnen dat E de hand van M gaat schudden. Uw verslaggever heeft grote sympathie voor E, en hoopt dat E door heeft wat hier aan de hand is en zich hier nog uit gaat redden. De tijd verstrijkt echter, dus de redding lijkt hoe langer hoe verder verwijderd… Nee, schudt E zijn hoofd, dit is ongelooflijk. “Kom op E!”, denk ik ondertussen, “zie het, zie het dan toch!”. Maar dan steekt zijn E hand uit en feliciteert M met de straffe redding van de partij.

Tot op vandaag zit dit in mijn kop, en hopelijk is het er na dit schrijfseltje uit. M bleek gelijk te hebben om nooit zomaar op te geven, maar mijn beste E, had toch beter wat vaker naar de PFOPS van Ignaas gekomen! Er zit toch altijd een en passant tussen de opgaven!

Paul K.